
Jurisprudentie
BG5099
Datum uitspraak2008-10-17
Datum gepubliceerd2008-11-24
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers15/996529-06
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-11-24
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers15/996529-06
Statusgepubliceerd
Indicatie
Medeplegen oplichting van hypotheekverstrekker. Valsheid in geschrifte.
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Wetboek van Strafrecht art.: 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 225, 326
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Politierechter
Parketnummer: 15/996529-06
Uitspraakdatum: 17 oktober 2008
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 03 oktober 2008 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats],
wonende te [adres]
1.Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Feit 1
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2003
tot en met 7 mei 2003 te Roosendaal en/of Utrecht en/of Haarlem en/of
Heerhugowaard en/of Zandvoort en/of (elders) in Nederland, tezamen en in
vereniging met (een) ander(en), althans alleen,(telkens) met het oogmerk om
zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen
van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, AMEV
Levensverzekeringen N.V. heeft bewogen tot de afgifte van een
(hypotheek)bedrag van (in totaal) EUR 335.000,- voor de aankoop van het pand
[adres], in elk geval van enig goed/geldbedrag, immers
heeft hij en/of hebben zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in
strijd met de waarheid ten aanzien de AMEV Levensverzekeringen N.V. een
aanvraag financiering voor het pand [adres] gedateerd 1
april 2003 (D-005) ingediend en/of doen indienen en ter onderbouwing van deze
financiering - onder meer - de volgende stukken verstrekt en/of doen
verstrekken aan AMEV Levensverzekeringen N.V.:
een kopie aangifte inkomstenbelasting 1999 t[verdachte] waarop
een winst stond vermeld van Fl. 59.308,-(D-027) en/of
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2000 t[verdachte] waarop
een winst stond vermeld van Fl 98.322,- (D-008 en D-028), terwijl bij de
Belastingdienst over 2000 een verlies van Fl. 3.129,- (D-001) is opgegeven,
en/of
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2001 t.n.[verdachte] waarop
een winst stond vermeld van EUR 66.726,- (D-009), terwijl bij de
Belastingdienst over 2001 een winst van EUR 19.513,- (D-002) is opgegeven,
en/of
- ee[bedrijf] [bedrijf] waarop een winst
stond vermeld van EUR 100.198,- over 2002 en EUR 69.710,- over 2001 (D-007),
terwijl bij de Belastingdienst over het jaar 2002 een verlies van EUR 15.284,-
(D-003) is opgegeven,
waardoor hij en/of zijn mededader(s) AMEV Levensverzekeringen N.V. ten behoeve
van voornoemde financiering een onjuist en/of onvolledig beeld met betrekking
tot de kredietwaardigheid van [verdachte] heeft/hebben voorgespiegeld,
waardoor AMEV Levensverzekeringen N.V. (telkens) werd bewogen tot
bovenomschreven afgifte;
Feit 2
PRIMAIR
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2003
tot en met 7 mei 2003 te Heerhugowaard en/of Zandvoort en/of (elders) in
Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 1999 t[verdachte]
(D-027) en/of
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2000 t[verdachte] (D-008
en D-028) en/of
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2001 t.n.[verdachte]
(D-009) en/of
- ee[bedrijf] [bedrijf] (D-007),
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen
- valselijk heeft/hebben opgemaakt, met het oogmerk om die geschriften als
echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken, immers
heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s) in strijd met de waarheid
-over 2000 een winst van Fl 98.322,- (laten) vermelden en/of
-over 2001 een winst van EUR 66.726,- (laten) vermelden en/of
-over 2002 een winst van EUR 15.284,- (laten) vermelden
althans (telkens) een te hoog bedrag aan winst en/of inkomen van [verdachte] in voornoemde geschriften vermeld of (laten) vermelden.
SUBSIDIAIR
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2003
tot en met 7 mei 2003 te Heerhugowaard en/of Zandvoort en/of (elders) in
Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 1999 t.n.[verdachte]
(D-027) en/of
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2000 t.n.[verdachte] (D-008
en D-028) en/of
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2001 t.n.[verdachte]
(D-009) en/of
- ee[bedrijf] [bedrijf] (D-007),
zijnde (telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - als ware dat geschrift (telkens) echt en onvervalst, bestaande die
valsheid of vervalsing hierin dat de winst/inkomen op de belastingaangifte(n)
en/of jaarrekening(en) van (de onderneming(en) van) [verdachte] te hoge
bedragen stonden vermeld, en bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte
en/of zijn mededader(s) die belastingaangift(en) en/of die jaarrekening(en)
hebben overgelegd aan AMEV Levensverzekeringen N.V.
2. Voorvragen
De politierechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Oordeel van de rechtbank
3.1. Vrijspraak
Met de officier van justitie en met de raadsman van verdachte is de politierechter van oordeel dat niet bewezen is hetgeen verdachte onder feit 2 primair ten laste is gelegd. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
3.2 Bewezenverklaring
De politierechter acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
Feit 1
hij op tijdstippen omstreeks de periode van 1 maart 2003 tot en met 7 mei 2003 te Utrecht en/of Haarlem en/of Heerhugowaard en/of Zandvoort en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een of meer
listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, AMEV
Levensverzekeringen N.V. heeft bewogen tot de afgifte van een
hypotheekbedrag van (in totaal) EUR 335.000,- voor de aankoop van het pand
[adres], immers heeft hij en/of hebben zijn mededaders met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in
strijd met de waarheid ten aanzien van de AMEV Levensverzekeringen N.V. een aanvraag financiering voor het pand [adres] gedateerd 1 april 2003 doen indienen en ter onderbouwing van deze financiering - onder meer - de volgende stukken doen verstrekken aan AMEV Levensverzekeringen N.V.:
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 1999 t.n.v. [verdachte] waarop
een winst stond vermeld van Fl. 59.308,- en
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2000 t.n.v. [verdachte] waarop
een winst stond vermeld van Fl 98.322,- , terwijl bij de
Belastingdienst over 2000 een verlies van Fl. 3.129,- is opgegeven,
en
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2001 t.n.v. [verdachte] waarop
een winst stond vermeld van EUR 66.726,- , terwijl bij de
Belastingdienst over 2001 een winst van EUR 19.513,- is opgegeven,
en
- een jaarrekening 2002 van [bedrijf] Zandvoort waarop een winst
stond vermeld van EUR 100.198,- over 2002 en EUR 69.710,- over 2001,
terwijl bij de Belastingdienst over het jaar 2002 een verlies van EUR 15.284,-
is opgegeven,
waardoor hij en zijn mededaders AMEV Levensverzekeringen N.V. ten behoeve
van voornoemde financiering een onjuist beeld met betrekking
tot de kredietwaardigheid van [verdachte] hebben voorgespiegeld,
waardoor AMEV Levensverzekeringen N.V. werd bewogen tot
bovenomschreven afgifte;
Feit 2.
SUBSIDIAIR:
hij op tijdstippen in de periode van 1 maart 2003 tot en met 7 mei 2003 te Heerhugowaard en/of Zandvoort en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk gebruik heeft gemaakt van
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 1999 t.n.v. [verdachte]
en
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2000 t.n.v. [verdachte] en
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2001 t.n.v. [verdachte]
en
- ee[bedrijf] [bedrijf] ,
zijnde telkens een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen, als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande die
valsheid of vervalsing hierin dat de winst/het inkomen op de belastingaangiften
en jaarrekeningen van (de onderneming van) [verdachte] te hoge
bedragen stonden vermeld, en bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte
en zijn mededader(s) die belastingaangiften en die jaarrekeningen
hebben overgelegd aan AMEV Levensverzekeringen N.V.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
3.3 Bewijsmiddelen
De politierechter komt tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten op grond van de navolgende bewijsmiddelen:
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D-005), inhoudende – zakelijk weergegeven - een brief van [betrokkene] aan AMEV Levensverzekeringen NV inzake een hypotheekaanvraag door [verdachte] voor een bedrag van 335.000,- euro met betrekking tot de aankoop van het pand gelegen aan de [adres], met de daarbij gevoegde vervalste/valse stukken, als hierna in de bewijsmiddelen opgenomen.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D-007, nummer 5/22) te weten een jaarrekening 2002 t.n.v. [bedrijf], opgemaakt door [medeve[medeverdachte], waarin onder meer staat dat de winst over het boekjaar 2001 69.710 ,--euro bedraagt en over het jaar 2002 100.198,-- euro
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/003, nummers 3/33 en 8/33) te weten een aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2002 t.n.v. [verdachte], vergezeld van de door [administratiekantoor] opgemaakte jaarrekening, waarin onder meer een winst uit onderneming wordt aangegeven van-23.467,-- euro negatief en, na aftrek van de zelfstandigenaftrek, een bedrag van 15.280,-- euro negatief.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/039) te weten een brief van [betrokkene] namens [betrokkene] aan AMEV Woninghypotheken waarin staat dat hij met betrekking tot de hypotheekaanvraag van verdachte hen onder meer de kopieën aangifte inkomstenbelasting over de jaren 2000& 2001 doet toekomen.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/040), te weten een brief van [betrokkene] namens [betrokkene] aan AMEV Woninghypotheken waarin staat dat hij met betrekking tot de hypotheekaanvraag van verdachte aan hen de kopie aangifte inkomstenbelasting over het jaar 1999 doet toekomen.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, D/027, nummer 1/6 en 4/6), te weten een kopie aangifte inkomstenbelasting over het jaar 1999 t.n.v. verdachte, afkomstig uit het hypotheekdossier van de AMEV (AH 40), waarop een winst staat vermeld van 59.308,-- gulden en waarop bovenaan de pagina staat: “fax sent by +31+72+5727804 [medeve[medeverdachte]-adm 14/04/03 19:38”.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/028, nummer 2/12), te weten een kopie aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2000 t.n.v. verdachte, afkomstig uit zijn hypotheekdossier bij de AMEV, (AH 40), waarin een winst staat vermeld van 98.322,-- gulden.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/001, nummer 6/31), te weten een kopie aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2000 t.n.v. van verdachte, afkomstig van de Belastingdienst, waarin als “winst uit onderneming” een verlies van - 3.129,-- gulden staat opgevoerd.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/009, nummer 2/4 ), te weten een kopie aangifte inkomstenbelasting 2001 t.n.v verdachte afkomstig uit zijn hypotheekdossier bij de AMEV (AH 40), waarin - zakelijk weergegeven - een winst van 66.726,-- euro staat vermeld.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D-002, nummer 15/27) te weten de van de een aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2001 t.n.v. verdachte deel uitmakende jaarstukken 2001, afkomstig van de Belastingdienst, waarin – zakelijk weergegeven - onder meer staat dat de winst over het boekjaar 2001 43.000,-- gulden (19.513,-- euro) bedraagt.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/032, nummer 1/7 ), te weten een kopie faxbericht met de aangifte inkomstenbelasting 1999, waaruit blijkt dat door [medeve[medeverdachte] administraties op 16 april 2003 de aangifte IB 1999 van [verdachte] (met als winst uit onderneming een bedrag van 59.308,-- euro) naar [betrokkene] is gefaxt.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/038), te weten een fax van [administratiekantoor] naar [medeve[medeverdachte] waaruit blijkt dat [getuige] van [administratiekantoor] op 28 maart 2003 de jaarrekening 2001 en een kolommenbalans 2002 in opdracht van [verdachte] naar [medeve[medeverdachte] heeft gestuurd.
• een proces-verbaal verhoor van medeverdachte [medeve[medeverdachte] (ordner 34849, V03-03), onder meer inhoudende – zakelijk weergegeven – :
[medeverda[medeverdachte] heeft hem een keer gevraagd naar de jaarrekeningen te kijken van [verdachte] en hij heeft de jaarrekeningen van [verdachte] vervolgens aangepast. Hij moest getallen veranderen en heeft dit allemaal in Excel gezet. Op de jaarrekening stond een lening en dat was eigen vermogen. Op dringend verzoek van [medeverdachte] heeft hij dit aangepast. Op de vraag waarom hij dit zomaar doet, antwoordt hij, dat hij [medeverdachte] toen al heel lang kende en hem vertrouwde. Hij zou voor het aanpassen van de getallen ook betaald worden, maar dat is niet gebeurd. Bij het zien van het faxbericht, dat als bijlage D/ 038 in het dossier is opgenomen, kan hij zich ook weer herinneren dat hij benaderd is door [medeverdachte] en dat de betreffende jaarrekeningen door [administratiekantoor] naar hem gefaxt zijn op verzoek van verdachte. [medeverdachte] heeft hem verteld dat er op de jaarrekening een stukje lening opgenomen was dat van negatieve invloed was op het eigen vermogen. Hij heeft hem ook verteld dat [verdachte] bulkte van het geld en toen heeft hij de jaarrekening aangepast. Natuurlijk vroeg hij zichzelf toen wel af waarom de boekhouder van [verdachte] nooit benaderd is om de jaarrekening te veranderen, maar hij had in die tijd geldproblemen en verdachte zou hem er 500,-- euro voor betalen. Dat geld heeft hij echter nooit gekregen en [medeverdachte] heeft uiteindelijk tegen hem gezegd dat hij ook niet door [verdachte] betaald is.
• een proces-verbaal van verhoor medeverdachte M. [medeverdachte] (ordner 34849, V02-01), onder meer inhoudende - zakelijk weergegeven – het volgende:
Hij heeft verdachte geadviseerd om met zijn boekhouding naar [medeve[medeverdachte] te gaan. Hij heeft toen zelf de administratie van verdachte ondergebracht bij [medeverdachte].
• een proces-verbaal verhoor van verdachte (ordner 34849, V01-01), onder meer inhoudende – zakelijk weergegeven – het volgende:
Hij verklaart dat de administratie van zijn bedrijf sinds 1998/ 1999 wordt verzorgd door [getuige] namens [administratiekantoor].
• een proces-verbaal verhoor van verdachte (ordner 34849, V01-02), onder meer inhoudende – zakelijk weergegeven – het volgende :
Aan verdachte wordt bijlage D/007, zijnde de jaarrekening van [bedrijf] over 2002, getoond. Deze jaarstukken herkent hij niet, hij heeft ze nog nooit gezien. Aan hem wordt tevens bijlage D/008 getoond, zijnde zijn aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2000. Verdachte erkent dat deze aangifte D/008 onjuist is. Hij verwijst naar bijlage D/001, opgesteld door [administratiekantoor], en geeft aan dat dit de juiste aangifte is.
• een proces-verbaal verhoor van verdachte (ordner 34849, V01-02), onder meer inhoudende – zakelijk weergegeven – het navolgende:
Nadat verdachte is voorgehouden dat op basis van een bedrijfsresultaat van 2.809,-- euro per saldo over de voorafgaande drie jaar voor de aankoop van [adres perceel] aan hem een lening van 335.000,-- euro is verstrekt, antwoordt hij dat ieder klein kind kan begrijpen dat dat niet gaat.
Voorts verklaart hij dat [medeverda[medeverdachte] de eerder door hem genoemde onbekende tussenpersoon is, die de hypotheekaanvraag in orde heeft gemaakt met betrekking tot de aankoop van het pand gelegen aan de [adres]. Hij heeft [medeverdachte] leren kennen omdat hij bij hem kwam als klant om een auto te kopen en het gesprek kwam toen op de aankoop van het betreffende pand. Verdachte wilde [medeverdachte] toen korting geven op de auto maar uiteindelijk is dat niet doorgegaan en heeft hij verdachte voor zijn diensten toen een Cartier horloge van ongeveer 2.000,-- euro gegeven.
• een proces-verbaal van verhoor van [getuige], werkzaam bij [administratiekantoor] (ordner 34849, G02-01), onder meer inhoudende – zakelijk weergegeven – :
Aan [getuige] wordt bijlage D-009 getoond, zijnde een kopie van het aangiftebiljet inkomstenbelasting over het jaar 2001 ten name van verdachte. Zij herkent de handtekening op het voorblad niet en zegt dat deze aangifte niet door haar is opgesteld. Ook ziet zij dat de winst van 66.726,-- euro vele malen hoger is dan de winst die zij heeft vermeld in de jaarstukken over 2001 die [administratiekantoor] heeft opgemaakt. Zij concludeert dat deze aangifte niet door [administratiekantoor] is opgemaakt.
3.4 Bewijsoverweging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten omdat hij op geen enkele manier had kunnen weten dat de hypothecaire lening voor de aankoop van de [adres] is verstrekt op basis van vervalste en / of valse stukken.
De politierechter overweegt hiertoe het volgende.
Nadat verdachte eind februari 2003 het voorlopig koopcontract met betrekking tot het pand [adres] had getekend, is hij medeverdachte [medeverdachte] tegengekomen. [medeverdachte] bezocht het bedrijf van verdachte in verband met een mogelijke aankoop van een auto Verdachte, die volgens eigen zeggen [medeverdachte] nog nooit had gezien, heeft [medeverdachte] verteld zich zorgen te maken over het rondkrijgen van de financiering voor zijn woning. [medeverdachte] zei connecties te hebben bij banken en zo een hypotheek voor hem te kunnen regelen. Niet gebleken is dat verdachte op wat voor manier dan ook onderzocht heeft of deze [medeverdachte] bonafide was en dat hij zich voor een financieringsadvies ook nog gewend heeft tot andere hypotheekverstrekkers. Uit het feit dat verdachte het voorlopig koopcontract reeds had getekend, maakt de politierechter op dat hij – zonder enige financiële onderbouwing - al voornemens was hoe dan ook de financiering rond te krijgen.
De politierechter acht de verklaring van verdachte dat hij op geen enkele manier op de hoogte was van de vervalsing en/ of valsheid van de stukken, ongeloofwaardig, mede nu verdachte zelf heeft aangegeven dat een kind kan zien dat op basis van de werkelijke door [administratiekantoor] opgemaakte jaarstukken en belastingaangiften over de voorafgaande drie jaar geen financiering te verkrijgen was. Voorts heeft verdachte geen enkele acceptabele verklaring waarom hij, terwijl hij jarenlang cliënt was van [administratiekantoor], zijn jaarstukken en belastingaangiften ter beschikking heeft gesteld van medeverdachte [medeverdachte] en [administratiekantoor] heeft gevraagd stukken naar [medeverdachte] te sturen. Gezien vorengeschetste omstandigheden is de politierechter, anders dan de raadsman, van oordeel dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is.
Ten laste is gelegd dat – kort gezegd- AMEV Levensverzekeringen N.V. is bewogen tot afgifte van een geldbedrag, terwijl uit de hypotheekakte (D-029) blijkt de hypotheeknemer/geldgever AMEV Woning Hypotheken N.V. is geweest.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de aanvraag is gedaan bij AMEV Levensverzekeringen N.V., dat de diverse financiële stukken ter onderbouwing van deze aanvraag namens medeverdachte [verdachte] aan AMEV Levensverzekeringen N.V. zijn gezonden, en dat zulks geleid heeft tot verstrekking van een hypothecaire lening door AMEV Woning Hypotheken N.V.. Dit betekent dat het niet anders kan zijn dan dat AMEV Woning Hypotheken N.V. een tot de AMEV Levensverzekeringen “poot” van het AMEV-concern behorende rechtspersoon is. Aldus acht de politierechter ook dit onderdeel van de tenlastelegging, waartegen overigens geen verweer is gevoerd, bewezen.
4. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezen verklaarde levert op:
• Feit 1: medeplegen van oplichting
• Feit 2 subsidiair: opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel, 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van sanctie en van overige beslissingen
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 2 primair tenlastegelegde feit en een bewezenverklaring van de onder 1 en onder 2 subsidiair tenlastegelegde feiten en gevorderd dat verdachte terzake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden met aftrek van de periode die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2 Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de politierechter zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Bij de bepaling van de strafsoort en –duur heeft de politierechter meer in het bijzonder het volgende overwogen.
Aan verdachte is met betrekking tot de aankoop van het pand aan de [adres] op basis van onjuiste gegevens, te weten vervalste dan wel valse IB aangiftes en jaarrekeningen een hypothecaire lening verstrekt. Immers heeft verdachte, terwijl hij wist dat hij op basis van zijn bedrijfsresultaat over de afgelopen drie jaar geen financiering zou kunnen krijgen, via medeverdachte [medeverdachte] weten te regelen dat aan hem op wat voor manier dan ook de lening verstrekt zou worden.
Verdachte heeft aldus handelend de AMEV opgelicht en opzettelijk stukken laten vervalsen. De integriteit van het financiële en economische verkeer valt of staat met het vertrouwen dat gesteld wordt en gesteld moet kunnen worden in financiële stukken zoals jaarstukken en belastingaangiften en dit vertrouwen is door verdachte in ernstige mate aangetast.
De politierechter is van oordeel dat in beginsel op een dergelijk feit slechts een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf past, zoals ook door de officier van justitie is gevorderd.
In de persoonlijke omstandigheden van verdachte en met name in het feit dat verdachte weliswaar eerder met politie en justitie in aanraking is geweest maar nooit voor feiten als de onderhavige, ziet de politierechter aanleiding om ten voordele van verdachte enigszins af te wijken van de straf zoals door de officier van justitie is gevorderd.
Op grond van de ernst van de feiten is de politierechter van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De politierechter zal echter bepalen dat deze vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van 2 jaar opdat verdachte er tijdens die proeftijd van wordt weerhouden strafbare feiten te begaan. Daarnaast is de politierechter van oordeel dat verdachte een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te noemen aantal uren moet worden opgelegd.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Wetboek van Strafrecht art.: 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 225, 326
8. Beslissing
De politierechter:
Spreekt verdachte vrij van het hem onder 2 primair tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.2 vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van ÉÉN (1) MAAND, met bevel dat deze straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte zich voor het einde van de op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt verdachte tot het verrichten van HONDERDTWINTIG (120) UREN taakstraf in de vorm van een werkstraf, bij het niet naar behoren verrichten te vervangen door zestig (60) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht, met dien verstande dat voor elke dag die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht twee uur taakstraf, subsidiair één dag vervangende hechtenis, in mindering wordt gebracht.
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
Mr. H.M. van Dam, politierechter
in tegenwoordigheid van de griffier B.H.E. Zuidam,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 oktober 2008.